DE COASSISTENTENTIJD VAN PROF. DR. BAS BLOEM

Al op driejarige leeftijd wist Bas Bloem, professor neurologie, dat hij neuroloog wilde worden. Zijn moeder had multiple sclerose en zat tijdens haar bruiloft in een rolstoel. Bas Bloem: “Ik wilde dokter worden om mijn moeder beter te maken.” 

Zo begint Bas Bloem in 1985 aan de studie geneeskunde in Leiden. Een studie die tegemoet komt aan zijn ‘honger naar kennis’, vertelt Bloem. “Op de middelbare school noemden ze mij ‘het filtreerpapiertje’: ik absorbeerde zoveel mogelijk informatie die ik tegenkwam.” Na drie jaar geneeskunde onderbreekt Bas Bloem zijn studie. Op eigen kosten vertrekt hij een jaar naar Californië om onderzoek te doen naar de Ziekte van Parkinson, het ziektebeeld waar hij zijn verdere carrière aan zal wijden. “Ik vertrok naar Amerika en kwam op mijn 21steterug met reeds drie á vier publicaties.” De weg naar een promotietraject tijdens de coschappen is geboren. “Ik maakte in die tijd 80-90 uur per week. Zo schreef ik tijdens de nachtdiensten van het coschap gynaecologie, indien er geen bevallingen waren, mijn artikelen.” 

Bloedprikken 

Na terugkomst in Nederland begint de coassistententijd bij de interne geneeskunde van het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag. Als jongste coassistent ontvangt Bloem de prikpieper en gaat vervolgens het ziekenhuis rond om bloed- of infusen te prikken. “Je was nodig en hierdoor heel welkom. Hier heb ik ervaren dat je overal welkom wordt ontvangen, als je je maar proactief opstelt.” 

Tijdens een van deze bloedprikrondes vindt de eerste ontmoeting met Inge Boers plaats. Een ontmoeting waar Bas Bloem verliefd over napraat. “Ik zag haar lopen en ik was instantaan verliefd. Ik had nog nooit zo een mooi iemand gezien!” Inge volgt op dat moment haar verpleegstage als eerstejaars geneeskundestudent. “Ik dacht, ik doe het enige wat ik kan: ik leer haar bloedprikken!” Dit werd een effectieve versiertruc – drie dagen later hadden ze verkering – en daarmee was de eerste stap in een leven samen gezet. 

Coschappen in de jaren 80: van vissenvoer tot wereldboom 

Omdat Bas Bloem al zo vroeg wist dat hij neuroloog wilde worden, besefte hij dat elk coschap binnen een ander specialisme, de enige mogelijkheid was om over dát specialisme te leren. “Als coassistent heb ik elk coschap heel actief en bewust doorlopen. Bijvoorbeeld bij het coschap dermatologie, wist ik dat ik daar al mijn basale dermatologische kennis moest vergaren, die ik later als neuroloog moet kunnen gebruiken. Je moet een kwaadaardige moedervlek kunnen herkennen én de mogelijke neurologische complicaties van de behandeling daarvan.” 

Coschappenlopen was anders in de jaren tachtig. “Op vrijdagochtend kwam je in huis, je werkte de hele vrijdag en had aansluitend nachtdienst. Vervolgens draaide je dat weekend dag- en nachtdiensten. Op maandagochtend meldde de jongste coassistent zich ruimschoots voor de ochtendoverdracht: om de koffie te zetten. De oudste co mocht op dat moment de vissen van de opleider voeren.” vertelt Bas Bloem lachend. “Het was een andere tijd, maar het was geen verkeerde tijd.” 

Bas Bloem liep bewust in verschillende, veelal kleinere, ziekenhuizen zijn coschappen. Zijn advies luidt: ga in uiteenlopende ziekenhuizen kijken om verschillende ziekenhuisculturen te beleven. “In het ene ziekenhuis ging het bij de ochtendoverdracht over wat er in de medische bladen geschreven was. Als je die niet gelezen had, stond je voor aap. Bij het volgende ziekenhuis ging het in de ochtend juist over Van Kooten en de Bie, het voetbal en wat er die dag in de krant stond.” Behalve verschillen in sfeer of onderwerpen, zul je ook verschillende manieren van zorg zien. Hierbij is het een niet beter dan het ander, licht Bloem toe: “Er is niet één manier of waarheid. Er zijn allerlei manieren! En door het zien van verschillende benaderingen van de zorg, en daar steeds uit te halen wat het beste past bij jòu, vorm je jezelf als arts.”

Ook het belang van een coassistentengroep mag volgens Bas Bloem niet onderschat worden. “Het is een hele dierbare en kostbare tijd samen: je ontwikkelt kameraadschap. Sommige zijn nog steeds mijn beste vrienden.” Daarnaast woonde Bas Bloem met 19 studenten in het studentenhuis Yggdrasil (‘Wereldboom’). “We hadden een ontzettend leuk huis samen! Ook hier heb ik hele mooie vriendschappen opgebouwd.” Bovendien lukte het om naast al deze activiteiten, tijd te maken voor volleyballen. Als oud-eredivisievolleyballer, speelde Bloem tijdens zijn coschappen in de eerste en tweede divisie. 

Dokter en wetenschapper 

“Ik was en ben heel actief. Dat was de reden dat ik een promotieonderzoek kon combineren met de coschappen.” Een promotieonderzoek tijdens de coschappen raadt Bas Bloem nochtans niet aan. “Het is een kostbare tijd die je moet koesteren, en optimaal moet gebruiken voor je klinische vorming.” Maar het doen van onderzoek op enig moment tijdens je geneeskundeopleiding is echter een must. Hij refereert hierbij aan een artikel uit 1993 in de Lancet, getiteld Does research make for better doctors?1“De eindconclusie was: ja. Elke dokter zal een stukje wetenschap moeten doen om te weten dat de evidentie waarop we ons handelen baseren, maar beperkte waarde heeft. Door onderzoek leer je omgaan met onzekerheden. En als iets het artsenvak kenmerkt, is het onzekerheid. Een goede dokter kan omgaan met onzekerheden. Durven toe te geven dat je iets niet weet, is een groot goed voor iedere dokter.” 

Tegenwoordig is Bas Bloem nog steeds te enthousiasmeren voor een volle agenda. “Ik houd ervan om mezelf druk te maken!” klinkt het uitbundig. De week bestaat grofweg uit patiëntenzorg, onderzoek en innovatie. “Dinsdag is polidag, die is heilig! Daar kan niks tussenkomen.” Op woensdag is het onderzoeksdag. “Met dertig promovendi is het een drukke dag met vele updates over de lopende onderzoeken: een soort deurtje-open-deurtje-dicht.” De overige dagen bestaan uit vele vergaderingen over zorginnovatie, congressen, het schrijven van subsidieaanvragen voor onderzoek en (inter)nationale lezingen. “Ik zit vol met ideeën! Maar ik kan niet alles doen. Zodoende is er helaas relatief weinig tijd voor onderwijs.” 

Toch is er meer dan werk. “Ik ben niet alleen een workaholic. Ik maak tijd om te sporten, wandel veel met mijn vrouw en een van de hoogtepunten van de week is zaterdag: dan zijn de wedstrijden van onze oudste zoon, hij speelt sinds kort ook eredivisievolleybal!” 

Kies je helden 

Met vele warme en goede herinneringen denkt Bas Bloem terug aan zijn coassistententijd. Zowel vele artsen, uit uiteenlopende disciplines, als patiënten zijn hierbij inspirerend geweest om de dokter te worden die hij vandaag de dag is. Bas Bloem vat het krachtig samen: “Kies je helden en pik van al die helden iets moois. Voeg daar vervolgens je eigen saus aan toe. Want dát maakt jou als dokter.” Hij sluit af met het volgende advies: “Wees een filtreerpapiertje, èn geniet ervan!” Nostalgisch voegt Bloem er aan toe: “Ik zou zo graag weer een dag die coassistent met de prikpieper in het Rode Kruis Ziekenhuis willen zijn…” 

Bas Bloem (1967) is professor neurologie aan het Radboudumc. Ook is hij (mede-)oprichter van ParkinsonNet en het Expertisecentrum voor Parkinson en Bewegingsstoornissen, twee organisaties die in binnen- en buitenland grote bekendheid en erkenning genieten. Bas Bloem ontving de Radboudpenning wegens zijn bijzondere verdiensten en werd in 2011 uitgeroepen tot Nationale Zorgheld. 

1. Does research make for better doctors? Lancet. 1993 Oct 30;342(8879):1063-4. PMID: 8105303.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: