Je bent afgestudeerd, op naar die eerste baan! Roosmarijn Jansen vertelt.

Kun je wat vertellen over je baan?
“Ik ben sinds november 2020 gestart als arts-assistent (ANIOS) neurologie in het JBZ. Als arts-assistent doe je de acute opvang op de SEH, maar je bent ook verantwoordelijk voor de consulten en de patiënten op de afdeling.”
En hoe moet ik dat voor me zien: SEH, afdeling en consulten allemaal in één dag?
“Nee, de taken worden onderling verdeeld tussen de arts-assistenten. Ofwel ben je de zaalarts op de afdeling, ofwel ben je verantwoordelijk voor de consulten, buitenbedden en SEH. Momenteel doe ik het laatste. Ik probeer de geplande taken (consulten, buitenbedden etc.) zo veel mogelijk in de ochtend te doen. In de middag is het meestal het drukst op de SEH, dan is het fijn om zo min mogelijk andere dingen om handen te hebben. Maar soms loopt dat plan in de soep. Gisteren kwam er bijvoorbeeld om 9 uur een patiënt voor trombolyse, dan moet je je planning omgooien. Achja, die flexibiliteit hoort ook bij het artsenvak!”
Hoe bevalt het?
“Ontzettend goed! Ik leer veel en krijg veel verantwoordelijkheid, maar in een veilige leeromgeving. Ik kan laagdrempelig sparren met de neurologen. Het is natuurlijk ook hard werken met soms lange en drukke diensten. Maar je leert snel hoe je op een verantwoorde manier efficiënt kan werken. Bijvoorbeeld het prioriteren van taken, wat moet nú en wat kan later.”
Heb je naast je baan ook nog tijd voor andere dingen?
“Door alle maatregelen rondom corona, staat dat nu natuurlijk op een lager pitje. Maar in het weekend doe ik zo veel mogelijk leuke dingen. Ik heb één keer per maand weekenddienst, maar de rest van de maand ben ik in de weekenden vrij. Lekker lunchen of met mijn camera de natuur in duiken, daar heb ik zeker nog tijd voor! In de avonden doe ik meestal rustig aan. Maar als er die dag iets interessants voorbij is gekomen, dan duik ik nog wel eens de literatuur in.”
Hoe ben je aan deze baan gekomen?
“Ik liep mijn seniorcoschap bij de neurologie in het JBZ. Na twee weken, werden de coschappen gestopt vanwege corona. Ze hadden destijds een tekort aan arts-assistenten bij de neurologie. Ze waren tevreden over mij als coassistent en vroegen of ik zou willen blijven tijdens de studiestop. Die waardering was super fijn! Uiteindelijk heb ik zowel mijn seniorcoschap als mijn keuze-coschap daar kunnen afronden. Na een aantal weken coschap werd er voorzichtig gepeild of ik zou willen blijven als arts-assistent. Al snel werden deze gesprekken serieuzer en uiteindelijk was het ondertekenen van het contract een feit.”
Wist je voor aanvang van je seniorcoschap al wat je later zou willen worden?
“Ik was er nog niet helemaal uit. Ik vond zowel de neurologie als de kindergeneeskunde erg leuk. Maar na de start van mijn seniorcoschap neurologie werd het al snel duidelijk; dit is het voor mij!”
Wat is er zo leuk aan de neurologie?
“De afwisseling! Het varieert van super acute zorg, waarbij je snel moet handelen, tot langdurige en chronische zorg. Maar ook alles daar tussenin. Die variatie zorgt ervoor dat je patiënten van jong tot oud voorbij ziet komen. Daarnaast is de neurologie bij uitstek een vak waarbij je kan lokaliseren met enkel de anamnese en lichamelijk onderzoek. Zonder een scan te maken, weet je eigenlijk al in welk stroomgebied van de hersenen het probleem zit.”
Hoe is de overstap van co naar arts?
“Voor mij was deze niet zo groot, omdat ik tijdens de studiestop (en de coschappen daarna) al grotendeels functioneerde als arts-assistent. Ik stond onder directe supervisie van de neuroloog, waardoor ik erg zelfstandig kon werken. Daar borduur ik nu op verder! Het brengt me vooral veel gemak, ik hoef nu niet iemand anders te vragen om de medicatie voor te schrijven.”
Hoe is het om nu zelf coassistenten te begeleiden?
“Leuk! Ik neem die taak ook op me binnen het team. Iedere maand als de nieuwe co’s komen, vang ik ze samen met de neuroloog op. Ik vind het leuk, omdat ik zelf nog maar net ben afgestudeerd. Ik weet nog goed hoe het is om ‘co’ te zijn. Het is een bijzondere tijd, daar moet je zo veel mogelijk proberen uit te halen.”
We zitten nog steeds midden in de coronacrisis, drukt dit ook een stempel op jouw werk?
“Je merkt het wel. We hebben hoge beddendruk en zelfs een tijdje minder bedden gehad, omdat deze bezet werden door corona patiënten. Het merendeel van onze patiënten heeft geen COVID, wanneer dit wel het geval is, is dit meestal niet hun hoofdprobleem. Het zijn dus vooral de randzaken die ervoor zorgen dat COVID ook binnen de neurologie invloed uitoefent.”
Heb je als coassistent veel aan CV building gedaan?
“Niet echt, ik deed met name wat ik leuk vond! Ik heb bijvoorbeeld het honours traject gevolgd in mijn bachelor, daarvoor mocht ik onderzoek gaan doen in Australië. Dat was super leuk, maar ik heb het vooral gedaan omdat ik veel affiniteit had met het onderzoek. Oh ja! Ik heb nog een artikel (over de neurologische consequenties van een hypomagnesiëmie) geschreven tijdens mijn seniorcoschap, die ligt nu ter acceptatie voor publicatie.”
Hoe zie je de toekomst voor je?
“Ik hoop dat ik binnen afzienbare tijd in opleiding kom tot neuroloog. Maar ook het wetenschappelijk onderzoek trekt me nog steeds, ik sta dan ook open voor bijvoorbeeld een promotietraject binnen de neurologie. Er zijn natuurlijk meerdere wegen die naar Rome leiden, ik ben benieuwd wat de toekomst voor mij in petto heeft!”
Heb je nog een goede tip voor coassistenten?
“Wees proactief! Maak je eigen leerdoelen en denk na over hoe je die kunt bereiken. Op die manier zijn artsen zeker enthousiast om hierover mee te denken.”
Geef een reactie